Het breken van snaren hoort bij de harp. Na verloop van tijd slijt een snaar, droogt hij uit of springt hij gewoon. Het is niet zo dat je snaren sneller breken als je veel speelt of harder trekt; het heeft te maken met de conditie van de individuele snaar die gevoelig is voor vocht, droogte, warmte, zuurtegraad van je handen enz.
Soms breekt een snaar telkens op hetzelfde punt ( bijvoorbeeld bij een haakje). Dan kan het zijn dat er iets scherps aan het haakje zit. Ook kan het zijn dat een snaar telkens breekt op wisselende punten: dan was het waarschijnlijk een oudere, al uitgedroogde snaar.
Over het algemeen is het zo dat snaren springen wanneer de verwarming weer aangaat en het dus droger wordt in huis of wanneer het juist broeierig warm en vochtig is.
Wanneer een snaar breekt, is het belangrijk dat je precies de juiste snaar opnieuw aanschaft. Zet nooit een te dikke of een te dunne snaar op je harp: de mechaniek (haakjes of wieltjes) is helemaal afgestemd op die ene dikte op die ene plek en raakt volledig ontregeld wanneer je er niet de juiste dikte op zet.
Ga als volgt te werk:
Laat NOOIT je stemsleutel los op de stempen zitten... Ook niet even als je een knoopje legt: Wanneer hij valt kan dat vreselijke (onherstelbare) beschadigingen geven op je harp!
Onder het filmpje kun je alle theorie nog eens nalezen. Kom je er echt niet zelf uit, neem dan gewoon contact met me op: dan doen we het een keertje samen!
1. Maak twee lusjes (A en B) aan het snaar-eind dat aan de achterkant van je harp tevoorschijn komt.
2. Steek lusje B door lusje A van achter naar voren.
3. Steek een ‘tegenstukje’ door de knoop om te voorkomen dat de snaar met knoop en al door het gaatje in de klankbodem schiet.
4. Trek lusje A stevig om lusje B heen.
Draai de snaar nu als volgt op:
1. Steek het beginstukje van de snaar door het gaatje in de stem-pen.
2. Draai met je rechter hand aan de stemsleutel (je duim duwt) totdat de snaar een keer om zichzelf draait.
3. Zorg dat het losse stuk snaar naar de harp wijst en de snaar er echt over heen gedraaid wordt en blijf draaien.
4. Let er ook op dat de snaar aan de juiste kant van het brugpennetje zit en blijf draaien totdat de gewenste toonhoogte is bereikt.
5. Knip het ‘teveel aan snaar’ af en berg het in het juiste zakje op voor een volgende keer. Overgebleven stukken dikke snaar kun je in kleine stukjes knippen en bewaren als ‘tegenstukjes’.
6. Rek vervolgens de snaar over de gehele lengte even op door hem voorzichtig naar buiten te trekken en stem weer bij, iets hoger dan hij zou moeten zijn. Zo kan de snaar langzaam wennen aan zijn 'nieuwe staat’ van spanning.
7. Stem de snaar regelmatig bij; in het begin zal hij telkens zakken.
NB In tegenstelling tot de andere snaren zijn bas-snaren altijd maar voor éénmalig gebruik.